is geschikt voor beginners
is licht bereden
is verkeersmak
ES
Pagina-1-advertenties
ES
DE
DE
DE
BE
ES
ES
DE
ES
ES
ES
ES
ES
AT
DK
DK
DK
PT
DE
Bij barokpaarden gaat het niet zozeer om een kleur of een discipline. Het betreft eerder paarden met een bouw zoals die in de vroegmoderne, barokke periode - de zeventiende en achttiende eeuw - als perfect werd gezien. Barokpaarden kunnen afkomstig zijn van verschillende rassen, zoals een Iberisch ras, Lippizianer of een Italiaanse Murgese. Er bestaan speciale evenementen waarin barokpaarden en ruiters hun kunsten kunnen vertonen. Barokpaarden dienen er vooral sierlijk uit te zien en zich elegant te bewegen.
De baroktijd werd gekenmerkt door overvloed en weldaad en dat zag je ook terug in diverse kunstvormen. Tevens verdwenen de vorsten van het oorlogsfront, waardoor de wapenrijkunst haar belang en kracht verloor. Omdat de adel thuis kon blijven, kwam er meer tijd vrij voor de visuele en artistieke kant van de paardrijkunst. Op deze manier ontwikkelde zich gaandeweg de recreatieve rijkunst. Dit zien we ook terug in de uitdrukking ‘l’art pour l’art’ ofwel de rijkunst voor de rijkunst. Een paard was niet alleen meer bedoeld als strijdros, maar werd ook een luxe bezit waarmee je indruk kon maken.
Bij een barokpaard gaat de geschiedenis met stamboeken vaak terug tot in de zeventiende eeuw. Barokpaarden zijn warmbloedpaarden, maar met een kleinere stokmaat dan meer moderne warmbloedttypes. Barokpaarden bereiken vaak niet meer dan 150 cm of 160 cm stokmaat. Ze hebben een relatief korte rug en ogen daardoor wat gedrongen. Ook een ietwat bol profiel - in tegenstelling tot een recht profiel van de huidige warmbloedpaarden – kenmerkt dit type paard. Qua kleur zijn barokpaarden relatief vaak schimmel of zwart.
Bij barokpaarden voert de afstamming gewoonlijk terug op Iberische paarden en dan in het bijzonder de Andalusiër. Deze werd als het edelste paard van Europa werd gezien voordat de volbloedrassen opkwamen. Barokpaarden hebben genetisch gezien veel overeenkomsten met volbloedpaarden en worden daarom vaak ook zo genoemd. Barokpaarden worden ook tegenwoordig nog gefokt en vervolgens ingezet voor het klassieke hogeschoolrijden. Dit type paard wordt ook in de moderne dressuursport gebruikt. De meningen over de geschiktheid van barokpaarden voor deze tak van paardensport zijn wel verdeeld.
De term barokrijden behelst rijactiviteiten, waarbij uitsluitend barokpaarden mogen worden gebruikt. Dit zijn paarden van diverse rassen, die visueel lijken op de paardensoorten die in maneges en hoven in Midden-Europa werden gebruikt tijdens de barokperiode. Ze doen qua uiterlijk denken aan de parade-, koets- oorlogs- en rijpaarden die toen bestonden of werden gefokt. Vaak herken je ze ook omdat ze lijken op de afgebeelde paarden op barokke schilderijen. Een barok paard kan een Andalusiër, Berber, Kladruber, Knabstruber, Fries, Lusitano, Lipizzaner of Warlander zijn. Barokke paarden worden vandaag de dag ingezet bij showevenementen, waarbij paard en ruiter vaak traditionele klederdracht dragen. Tegenwoordig wordt ook de klassieke barokke cavalerie, een traditionele manier van rijden, met als doel fijn barok rijden met minimale assistentie nog steeds aangeleerd op de Weense Rijschool.
De figuren van de klassieke barokke rijstijl zijn bedoeld als training van de spieren en om het paardenlichaam losser te maken. De paarden worden relatief laat opgeleid, meestal pas vanaf 5- of 6-jarige leeftijd. De trainingen worden individueel afgestemd op elk paard en de figuren worden op de lange teugels of vanaf de grond ontwikkeld. Het barok rijden binnen de paardensport staat voor de klassieke elegantie van het barokpaard en voor moeilijke lessen. In de barokke rijkunst maakt men onderscheid tussen scholen op aarde en boven de aarde. De school boven de aarde behelst de drie basisgangen, evenals de piaffe, galopwisselingen, zijbeuken, pirouettes en passages. De scholen boven de aarde zijn bijvoorbeeld de Levade en de Capri.
De oorsprong van barok rijden is terug te voeren op militaire bases. Zo was het belangrijk in oorlogen dat de paarden goed bestuurbaar moesten zijn zonder enige teugelondersteuning. In de barokperiode - de zeventiende en achttiende eeuw - werd de klassieke rijkunst al wel als vrijetijdsbesteding beschouwd. Bovendien werden barokpaarden vaak beschouwd als statussymbolen voor de adel en notabelen. In deze tijd werden in Europa tal van maneges opgericht, die de barok tradities nog steeds volgen. De bekendste in de moderne tijd zijn de Cadre Noir in Saumur en Spaanse Rijschool in Wenen.