is onbeleerd
halstermak
Braaf bij de hoefsmid
DE
Pagina-1-advertenties
DE
DE
DE
DE
DE
DE
ES
DE
DE
DE
DE
DE
DE
ES
DE
BE
DE
PL
DE
DE
Liefhebbers en beoefenaars van de paardensport hebben de voorkeur voor een warmbloed kopen. De warmbloed zal dan ook het meest gezien worden in de paardensport, mede vanwege de juiste dosis temperament waarover hij beschikt. Een warmbloed paard is doorgaans veel fijner gebouwd dan een koudbloed. Een warmbloed verkopen zal doorgaans snel verlopen gezien de populariteit van dit type paard.
De term warmbloed heeft niets te maken met de temperatuur van het bloed van dit paard. Warmbloedpaarden staan qua bouw en temperament tussen de koudbloed- en volbloedpaarden in. De grootte en typisch uiterlijke kenmerken voor het rastype van het warmbloed zijn vrij lastig te omschrijven. Dat heeft alles te maken met het feit dat de warmbloed een verzamelnaam is voor verschillende paardenrassen die van oorsprong een volbloed en koudbloed paardenras als (voor-)ouders hebben. Het Nederlandse warmbloed ras KWPN heeft bijvoorbeeld een stokmaat die tussen de 160 en 180 cm ligt. De Westfaler heeft een stokmaat tussen de 165 en 172 cm, en de Oldenburger rond de 165 en 179 cm. De stokmaat van het Belgisch Warmbloedpaard, BWP, komt overeen met die van de KWPN'er.
De verfijning van de rassen naar warmbloedpaarden begon heel langzaam in de achttiende eeuw op gang te komen. Men wilde graag de sterke punten van de koudbloed samenvoegen met de sterke punten van de volbloed. Dit werd de warmbloed. Koudbloedpaarden zijn sterk, vaak fors en gespierd. Volbloeden zijn veel fijner, slanker en snel. Het beste van beide paarden is terug te zien in de warmbloed. Het resultaat van de kruising: een sterk en stabiel paard, afkomstig van de koudbloed, met een uitstekende bouw voor verschillende disciplines binnen de paardensport. De echte snelle ontwikkeling in de fok van warmbloedpaarden ontstond pas vanaf de negentiende eeuw. Hierbij werd er vooral gefokt op de gewenste karaktertrekken en lichaamskenmerken van beide type paarden. Men behield bijvoorbeeld graag de edele uiterlijke kenmerken van de volbloed. Wel wilde men een wat milder temperament dan dat van de volbloed. Dit werd bereikt door juist te kruisen met het rustige karakter van de koudbloed. Daarentegen nam men ook graag weer de kracht van de koudbloed over met als resultaat de ideale warmbloed.
De warmbloed staat bekend om haar prima temperament. Hiermee zit de warmbloed tussen de erg temperamentvolle volbloed en vrij kalme koudbloed in. Het gretige, werkwillige karakter van de warmbloed maakt dit dier bij uitstek geschikt voor de paardensport. De warmbloed is vooral te zien bij disciplines als dressuur en springen. Een warmbloed is niet alleen gretig en leergierig, maar is stabiel in gedrag en is niet snel van zijn stuk te brengen. Dit zijn uitstekende eigenschappen voor een paard dat wil meedoen in de top van de paardensport. Juist die onverschrokkenheid maakt dat een warmbloedpaard niet snel inhoudt bij een wedstrijd en er vol voor gaat. Dat een warmbloed het beste is van twee paardentypes, de koudbloed en volbloed, is terug te zien in de veelzijdigheid van het paard in de topsport. Een volbloed wordt vooral gebruikt als racepaard en een koudbloed komt niet veel voor in de top van de paardensport. Veel warmbloeden zie je echter de ene na de andere prijs bij dressuur en springen winnen.
Bij warmbloedpaarden wordt er veelal gefokt met een zogeheten open stamboek. Dit betekent dat er bij het fokken van warmbloeden geen rekening gehouden hoeft te worden met het ras van de paarden waarmee gefokt wordt. Anders gezegd, de hengst waar de fokker voor kiest, hoeft niet hetzelfde ras te zijn als de merrie waarmee gefokt wordt. Zolang ze beide warmbloed paarden zijn, is het voldoende.
Het warmbloedpaard beslaat niet een enkel ras, maar is een verzameling van verschillende rassen die ontstaan zijn uit een specifieke kruising van een koudbloed- en een warmbloedpaard. Duitsland is de hofleverancier van warmbloed paardenrassen. Enkele Duitse rassen die binnen het soort warmbloed vallen, zijn de Hannoveraan, Westfaler, Holsteiner, Oldenburger en de Trakehner. De laatstgenoemde is overigens een van de weinige warmbloeden, waarbij er geen sprake is van een volledig open stamboek. Hierbij moet er perse sprake zijn van inmenging van een Engelse volbloed of een Arabier, waarbij de Arabier geen volbloed hoeft te zijn.
Bekende warmbloed paarden uit Nederland zijn de KWPN'ers, met de Gelderlander en Groninger als basis. België heeft het bekende Belgische Warmbloedpaard voortgebracht. Het Belgisch Warmbloedpaard wordt veel gebruikt in de springsport, maar kan ook bij dressuur worden ingezet. Het is een nog vrij jong ras met een open stamboek. Hierbij wordt er dus meer geselecteerd op basis van prestaties dan op uiterlijk of afkomst.